N-VA vraagt bijkomende maatregelen tegen grenscriminaliteit

“De criminaliteitscijfers tonen aan dat het essentieel blijft om actie te ondernemen, de Akkoorden van Doornik aan te passen, extra middelen en ANPR-camera’s naar onze West-Vlaamse grensregio te trekken”, zeggen de gezamenlijke organisatoren gemeenteraadslid Sam Lernout uit Menen, provincieraadslid Kurt Himpe en Kamerlid en partijondervoorzitter Maaike De Vreese.

" Menen, Wervik en Kortrijk blijven in de politiestatistieken in de top staan op vlak van  grensgerelateerde criminaliteit, zowel op provinciaal en Vlaams niveau. Dat toon aan dat een blijvend aandachtspunt is voor de regio”, aldus politieraadslid Sam Lernout (N-VA) die de cijfers opvroeg. “Er wordt vooruitgang geboekt, maar we mogen niet blind zijn voor de problemen in de regio en er moet verder geïnvesteerd worden in grensveiligheid en preventieve maatregelen.”Daarnaast is er een zorgwekkende stijging van de drugscriminaliteit in het midden en zuiden van West-Vlaanderen. In juni 2025 leidde een actie in Roeselare tot vijf arrestaties, waarbij 1,4 kg cocaïne werd aangetroffen in een voertuig. Tijdens vier huiszoekingen in Roeselare en Oostende werden gebruikershoeveelheden cocaïne, 15.000 euro cash, vier voertuigen en luxeartikelen in beslag genomen.”

De Akkoorden van Doornik moeten dringend bijgestuurd worden om grensoverschrijdende achtervolgingen efficiënter te maken

“Tussen België en Frankrijk is er sinds 2001 een overeenkomst voor de grensoverschrijdende samenwerking voor politie en douane, de zogenaamde Akkoorden van Doornik”, zegt provincieraadslid Kurt Himpe (N-VA). “Die overeenkomst kreeg in 2013 een update, maar daardoor ging de essentie verloren. Het delen van informatie, de afstemming op materieel, digitaal of innovatief gebied, het uitvoeren van gemengde patrouilles en het opzetten van gemeenschappelijke acties blijven achterop hinken.”

“Er is ook nog geen echte oplossing voor een gezamenlijk radiocommunicatiekanaal voor de politiediensten, wat een pijnpunt blijft bij grensoverschrijdende achtervolgingen”, verduidelijkt provincieraadslid Kurt Himpe. “Net die achtervolgingen zijn een belangrijk element om de veiligheid in de grensstreek te garanderen. Een recent Frans voorstel tot aanpassing zou er op neerkomen dat er meer achtervolgingen van Frankrijk naar België zouden plaatsvinden, maar niet omgekeerd. Dat is onvoorstelbaar en de Akkoorden van Doornik moeten daarom dringend bijgestuurd worden om grensoverschrijdende achtervolgingen efficiënter te maken”, aldus Himpe.

Kamerlid Maaike De Vreese kaartte de problematiek ook aan in het federaal parlement. Minister van Binnenlandse Zaken Quintin erkende de problematiek en heeft overleg gepleegd met de Franse regering. Er moet een versoepeling komen van de voorwaarden voor dergelijke achtervolgingen én achtervolgende agenten moeten een standhoudingsrecht in beide landen krijgen. “Het wordt dringend tijd dat er een doorbraak komt in dit dossier. We roepen de minister en de Franse overheid op om hier klare wijn over te schenken”, aldus de initiatiefnemers. Minister Quintin gaf ook aan dat het nieuwe ANPR@GPI-cameraschild innovatiever is geworden om grenscriminelen in West-Vlaanderen beter te kunnen detecteren en te intercepteren. Ten slotte kondigde de minister een investeringsplan aan voor extra ANPR-camera’s in en rond de grote steden en op cruciale grenslocaties. “We moeten alles op alles zetten dat er ook extra middelen en ANPR-camera’s naar West-Vlaanderen komen. Op die manier kunnen we onze regio beschermen tegen elke vorm van criminaliteit: van mensensmokkel tot drugsfeiten en gewelddadige overvallen. Criminaliteit stopt niet aan de grens, onze veiligheid ook niet”, besluit De Vreese.